Geef mij maar de wolken

Waar de brede rivier
zich verliest in de zee
Waar een wolk in de verte
het zonlicht breekt

En de tijd ademt traag
want de tijd die slaapt
in de armen van die baai
waar die suidoos waai


En ik volg mijn schaduw
langs een eindeloos strand
tot de zon ondergaat
in het binnenland
in Witsand

Waar je voelt dat er niets
is gemaakt om te blijven
Waar je omkijkt en ziet
hoe je sporen verdwijnen

Want de golven die komen
en de golven die gaan
en de zee die beweegt
op de maat van de maan

In een land waar de toekomst
vecht met het verleden
ver van hier
in onrustige steden
ver van dit strand
in Witsand

En ik loop door de jaren
langs een eindeloos strand
En ik probeer te verklaren
hoe ik hier ben beland

Hoe sterk is het toeval
Hoe sterk is het lot
Ben ik wie ik zijn wou
Is het dit wat ik zocht

En ik praat met de zee
en ik praat met de doden
en ik mis soms een God
om in te geloven

Zoals ik toen ik klein was
vlak voor het slapen
wist dat er iemand
over mij waakte

Nu sta ik hier 's nachts
ik kijk naar de sterren
en weet niet goed meer
wat ik moet zeggen

Ik voel me soms moe
ik voel me soms leeg
Hoe langer ik leef
hoe minder ik weet

Hoe minder ik denk
in goed en in kwaad
in waarheid en leugen
in liefde en haat

Geef mij maar de wolken
geef mij maar de lucht
Ik kan er uren naar kijken
misschien is dat het geluk

Misschien ligt daar het geluk

Waar de brede rivier
zich verliest in de zee
Waar een wolk in de verte
het zonlicht breekt

En de tijd ademt traag
want de tijd die slaapt
in die armen van die baai
waar die suidoos waai

***
Stef Bos, Witsand