Over de zon en de maan

   Ze knipperde met haar ogen tegen de zon en dacht aan de mythe over de zon en de maan, die als tweeling samen opgroeiden en die van elkaar hielden. De zon liet de ziel van de maan 's nachts schijnen en zij deelde haar geheime kennis met hem. Zolang hun liefde duurde was alles goed in de wereld, maar op een dag kregen ze de boom des levens in het oog, waaraan alle sterren bloeiden.
   Ze raakten allebei verliefd, en ze overtroefden elkaar in hun streven de liefde van de boom te winnen. Maar de boom ging naar de aarde en begon de aarde te vervullen met zijn schoonheid. De zon hielp het nieuwe leven met zijn warmte en het licht dat het denken scherpt, en de maan schonk de verkoeling en deelname aan de geheime kennis.
   Maar de grote liefde tussen zon en maan ging verloren, ze werden rivalen en lieten zich nog maar zelden aan elkaar zien.

***
Op pagina 203 van De zondvloed (1990) van Marianne Fredriksson, uit het Zweeds vertaald door Anna Ruighaver.